Een vrouw werd gedood en vijf anderen raakten gewond door een schot bij een protest tegen raciale gerechtigheid in Portland, Oregon.

Amir Locke, een 22-jarige zwarte man, werd begin februari doodgeschoten tijdens een politie-inval in Minneapolis, en andere slachtoffers van politiegeweld waren onder de demonstranten.

Toen agenten arriveerden, was de vrouw dood, maar twee mannen en drie vrouwen waren gewond en werden voor behandeling naar nabijgelegen ziekenhuizen gebracht.

Volgens lokale demonstranten kwam iemand uit een nabijgelegen flatgebouw en viel een groep van ongeveer 50 demonstranten aan en schoot vervolgens op de menigte.

“Ik zat in de kamer met mijn vrouw te praten toen ze talloze geweerschoten hoorden”, zegt Jeff Pry, een bewoner.

In een verklaring zondag zei het politiebureau van Portland dat uit een eerste onderzoek bleek dat de gebeurtenis “begon met een confrontatie tussen een gewapende huiseigenaar en gewapende demonstranten”, maar rechercheurs waren nog steeds bewijsmateriaal aan het verzamelen.

De situatie was “zeer chaotisch”, aldus de politieverklaring, “verscheidene getuigen wilden niet meewerken met de agenten die reageerden.” “Rechercheurs denken dat veel mensen aanwezig waren op het moment van het incident of het hebben gearresteerd terwijl het zich ontvouwde. Dit is een complexe situatie en onderzoekers proberen de puzzel in elkaar te zetten zonder alle stukjes.”

In mei 2020 braken maandenlange protesten uit in Portland, de grootste stad van Oregon, na de dood van George Floyd, een Afro-Amerikaanse man, nadat een politieagent uit Minneapolis meer dan acht minuten op zijn nek knielde.

Ook in de stad zijn gewelddadige gevechten uitgebroken tussen rechtse en linkse antifascistische demonstranten.

Net als veel andere grote Amerikaanse steden heeft Portland de afgelopen twee jaar een piek in moorden gezien, die wetenschappers gedeeltelijk toeschrijven aan de sociale onrust van de coronaviruspandemie.